AARD

De IJslandse Hond is een prettige, ijverige en handelbare hond. Het is een intelligente hond die snel leert (vaak sneller dan de baas), zowel de positieve als de negatieve dingen.

Hij is heel sociaal naar mensen (volwassenen en kinderen), een goede socialisatie en opvoeding van de hond is hierbij van groot belang, evenals de begeleiding van de ouder naar het kind. Leer kinderen hoe ze met een hond moeten omgaan. Door zijn oorspronkelijke werk als drijver van vee blaft hij veelal tegen rennende dieren.

Hij heeft nauwelijks jachtinstinct, maar vanwege zijn drijfinstinct moet al van jongs af aan worden voorkomen dat hij fietsers, joggers, katten en dergelijke najaagt. Ook gaan veel IJslandse honden luid blaffend achter vogels aan, dit komt omdat ze in IJsland de lammeren tegen grote roofvogels moesten beschermen. Besteed vanaf het begin veel aandacht en training aan zijn drijfinstinct; de IJslandse hond is op IJsland een zelfstandig werkende hond en zal, wanneer hij daarin onvoldoende begeleid wordt, zeker het voortouw nemen wanneer hij het idee heeft dat er werk aan de winkel is.

Tijdens een wandeling hoeft de baas maar zelden de hond te roepen. Door zijn herdersinstinct wil hij zijn baas niet kwijtraken en blijft daarom zelf in de buurt. Hij is waaks en kondigt bezoek veelal blaffend aan. De neiging tot blaffen laat zich nauwelijks onderdrukken, maar de hond kan geleerd worden te stoppen met blaffen als de baas daarom vraagt. Door zijn duidelijke lichaamstaal en onbedorven gedrag kan de IJslander het over het algemeen goed met andere honden vinden, maar sommige reuen kunnen zich dominant gedragen ten opzichte van andere reuen. Ook hierbij is een goede socialisatie en begeleiding van groot belang.

De IJslandse hond is altijd opgewekt, attent, vriendelijk, levendig en werkt graag, sterker nog: hij heeft dit zelfs nodig. Bied je hem te weinig bezigheden, dan kan hij zich ontpoppen tot een nerveuze, blafferige hond. Hij is dol op menselijk gezelschap, hij volgt de baas overal en slaapt aan je voeten. Daarom is het voor de IJslander heel moeilijk een groot deel van de dag alleen te zijn. Hij zal er echt ongelukkig van worden. Om dezelfde reden kan een IJslandse Hond niet in een kennel worden gehouden. Wel kan men hem leren dagelijks 3 à 4 uur alleen te zijn, mits men dit van jongs af aan rustig opbouwt en dit gemis compenseert met aandacht en beweging.

Andere dieren die tot zijn gezin behoren zal hij accepteren en beschermen als hij er van jongs af aan mee is opgegroeid.

GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN

Door zijn gevoelige aard is de IJslandse hond absoluut ongeschikt voor mensen die niet consequent kunnen opvoeden of opvliegend en/of hardhandig van aard zijn. Een training gebaseerd op beloning van gewenst gedrag past het best bij de IJslandse hond.

Daar de IJslandse hond een sterke wil heeft om met zijn baas bezig te zijn, is hij zeer geschikt voor allerlei sportieve bezigheden, zoals flyball, behendigheid, doggydancing, maar ook lange wandelingen. Ook ‘geestelijke bezigheden’ zoals zoekspelletjes, gehoorzaamheid en zelfs speuren (naar mensen) liggen hem zeer goed.

VERSCHIJNING

Het uiterlijk van de IJslandse hond heeft de kenmerken van de bekende poolrassen: opstaande oren en een krulstaart. Het is een middelgrote hond: de ideale hoogte van een reu is 46 cm, ideale hoogte van een teef 42 cm.

De staande hond is van opzij gezien rechthoekig, iets langer dan hoog. Er is een duidelijk verschil in verschijning tussen reuen en teven. De vacht bestaat uit een wollige ondervacht en een water- en vuilafstotende bovenvacht, die kort-, middel- of langharig kan zijn. De dik behaarde staart wordt trots in een sierlijke krul op de rug gedragen.

Alle kleuren zijn toegestaan, maar zwarte honden moeten witte/bruine aftekeningen hebben. Hele witte honden zijn niet toegestaan. Eén kleur moet de hoofdkleur zijn. Een witte bles en witte markeringen op de borst, punt van de staart, poten en tenen komen regelmatig voor. De meest voorkomende kleuren zijn rood, zwart, black/tan en blond.

De (vaak dubbele) wolfsklauwen aan de achterpoten hebben op IJsland een functie, namelijk een beter houvast op de gladde rotsen en in de sneeuw. De bewegingen zijn licht, vrij en gemakkelijk.

VERZORGING

Het zijn bijzonder schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit. Een echte wasbeurt is zelden nodig. Na een boswandeling kan de hond er vreselijk uitzien, maar laat hem drogen en hij schudt alles weer van zich af. Ze hebben geen ‘hondenlucht’ en zo nu en dan licht borstelen is voldoende. In de ruiperiode (reuen 1x per jaar, teven 2x per jaar) moeten de losse haren grondig met een borstel verwijderd worden.

Regelmatig moeten de nagels van de wolfsklauwen, een raskenmerk dat niet verwijderd mag worden, worden geknipt. De nagels komen bij het lopen niet op de grond en slijten dus niet, ze groeien en krullen om. De hond kan ermee blijven hangen en de klauwen kunnen inscheuren.

De IJslandse hond is een gezonde, robuuste hond. Een goed verzorgde hond komt in de regel alleen bij de dierenarts voor zijn entingen en behoudt tot op hoge leeftijd, 13-14 jaar is geen uitzondering, zijn vitaliteit. Belangrijk recept voor een goede gezondheid is voldoende beweging, liefst zo’n 1½ á 2 uur per dag, hoewel hij het veel langer kan volhouden!

Hoewel de IJslandse hond door zijn dubbeldikke vacht heel goed bestand is tegen extreme kou, warmt hij zich graag in het zonnetje.