1. ALGEMEEN
1.1. Dit reglement voor de Vereniging IJslandse Hond in Nederland hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras IJslandse hond zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Wij doen dit door uitsluitend te fokken met honden die een FCI-stamboom of officiële registratie bezitten. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 16 april 2023. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de Vereniging de IJslandse Hond in Nederland, woonachtig in Nederland.
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigingsfokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. FOKREGELS
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit een van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
Naast bovenstaande verwantschappen zijn ook de volgende combinaties niet toegestaan:
Een teef mag niet gedekt worden door haar halfbroer.
2.2. Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal 2 maal toegestaan.
2.3. Minimumleeftijd reu:
De minimumleeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 18 maanden zijn.
2.4. Aantal dekkingen:
De reu mag maximaal een totaal van 4 geslaagde dekkingen gedurende zijn leven verrichten in Nederland.
Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal 1 levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: in bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden. Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI-land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR;
b. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoeken en de kwaliteit van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen):
als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 22 maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vierde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van ten minste 12 maanden zit.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.0 Uitsluitend functioneel en klinisch gezonde honden met een bij het ras passende conformatie dienen voor het fokken te worden ingezet.
4.1 Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om door de Raad van Beheer opgestelde en/of goedgekeurde geprotocolleerde onderzoeken, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2 Verplicht screeningsonderzoek:
– Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn geen gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld. In het kader van de preventie van erfelijke afwijkingen moeten de ouderdieren vóór de dekking onderzocht worden op: heupdysplasie (HD) en patella luxatie (PL).
– Binnen twee jaar voorafgaand aan de dekking dienen beide ouderdieren een onderzoek op erfelijke oogaandoeningen te hebben ondergaan. Ouderdieren die reeds drie maal een ECVO-oogonderzoek met goed gevolg hebben ondergaan en de leeftijd van zes jaar hebben bereikt, worden vrijgesteld van de verplichting opnieuw oogonderzoek te ondergaan.
4.2.1 Aanbevolen onderzoek:
– Niet van toepassing
4.3. Aandoeningen: met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
– HD: een der ouderdieren met gradatie C en het andere ouderdier met een mindere gradatie dan gradatie A. Of een der ouderdieren met een gradatie minder dan C.
– Patella luxatie: gradatie 3 t/m 4. Met honden met PL-gradatie 2 mag worden gefokt, mits het andere ouderdier patella luxatie vrij (graad 0) heeft.
– Oogafwijkingen: ouderdieren die een van beide (of allebei) niet vrij zijn van erfelijke oogafwijkingen, zoals vermeld op het ECVO-formulier.
Uitzondering: met een ouderdier dat een erfelijke oogafwijking heeft waaraan het ECVO-panel de beoordeling ‘optional’ geeft, mag gefokt worden mits het andere ouderdier vrij is van erfelijke oogafwijkingen. Wij verwijzen naar hoofdstuk 8 van de ECVO Manual (www.ecvo.org) waar dit voor de onderzochte oogafwijkingen wordt vermeld.
4.4 Diskwalificerende fouten: met honden met een of meer van onderstaande diskwalificerende fouten (volgens de rasstandaard) mag niet worden gefokt
– Niet van toepassing
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2. Verplichte gedragstest: voor dit ras in een verplichte gedragstest niet van toepassing.
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1 Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing
7. EXTERIEURREGELS
7.1. Kwalificatie: deelname aan exposities is niet verplicht.
7.2. Fokgeschiktheidskeuring: fokgeschiktheidskeuringen zijn niet van toepassing.
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS
8.1. Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2. Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 7 weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
9.1. Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
9.2. Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.
9.3. In bijzondere gevallen kan de vereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.
10 INWERKINGTREDING
10.1. Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking nadat het reglement is goedgekeurd door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII. 5+ 6 KR.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de VIJHN op 16 april 2023