1. ALGEMEEN

1.1. Dit VFR voor de Vereniging IJslandse Hond in Nederland VIJHN, hierna te noemen de rasvereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras IJslandse Hond zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de rasvereniging of anderzijds officieel geregeld. Dit VFR is goedgekeurd door de algemene vergadering van de rasvereniging op 13 april 2025. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene vergadering van de rasvereniging. 

1.2. Dit VFR geldt voor alle In Nederland woonachtige  leden van de rasvereniging.

1.3. Het bestuur van de rasvereniging dient de door de algemene vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het KR, die betrekking hebben op dit VFR en een verzwaring of aanscherping van de regelgeving betreffen, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene vergadering van de rasvereniging. Dit ontslaat het individuele lid en de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de rasvereniging hier in gebreke blijft. Ieder individueel lid en individuele fokker is en blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor naleving van het KR, wettelijke en overige regelgeving.

1.4. Inschrijving van een nest in het Nederlands Hondenstamboek (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het KR. 

2. FOKREGELS

2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.

Voor pups, die uit een in het NHSB ingeschreven teef geboren zijn, als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met dit artikel, wordt de opname in het NHSB geweigerd. (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR).

2.2. Oudercombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal 2 maal toegestaan.

2.3. Aantal reuen per dekking

Het is wel toegestaan dat een teef tijdens een en dezelfde loopsheid door één extra reu wordt gedekt.

2.4. Minimumleeftijd reu:
Op de dag van de dekking moet de reu minimaal de leeftijd van 18 maanden hebben bereikt.

2.5. Aantal dekkingen:
De reu mag per kalenderjaar in Nederland maximaal vier geslaagde dekkingen verrichten met een totaal van maximaal vier geslaagde dekkingen gedurende zijn leven.

Als geslaagde dekking in Nederland geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB. In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR en artikel III.14A KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking. Indien sperma van de reu wordt gebruikt voor kunstmatige inseminatie (KI) staat dit voor het bepalen van het maximale aantal dekkingen gelijk aan een natuurlijke dekking.

2.6 Cryptorchide en monorchide reuen

Cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij. De fokker of eigenaar kan voor deze reuen een fokverbod/Limited Registration aanvragen.

2.7

2.7.1 Gezondheids- en screeningsregels buitenlandse reu

Wanneer voor een dekking een buitenlandse reu met een door de FCI erkende stamboom wordt gebruikt dan dient deze reu gelijk voor Nederlandse en buitenlandse honden te voldoen aan de gezondheids- en screeningsregels zoals deze gelden voor een Nederlandse reu.

De kwaliteit van de uitvoering en beoordeling van de bij de buitenlandse reu uitgevoerde gezondheids- en screeningsonderzoeken dient zoveel mogelijk vergelijkbaar te zijn met de gezondheids- en screenings­onderzoeken zoals deze in dit VFR zijn opgenomen.

Een buitenlandse reu, die lijdt aan een aandoening die volgens dit VFR fok uitsluitend is, mag niet worden gebruikt voor een dekking in Nederland.

2.8.1 Kunstmatige inseminatie (KI):
Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een nog levende reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VFR alsof het een natuurlijke dekking van de reu betreft.

2.8.2 KI met sperma van een overleden reu

Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een reeds overleden reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VFR alsof het een natuurlijke dekking van de reu betreft. Onderzoeken met een beperkte geldigheidsduur, dienen ten tijde van het afnemen van het sperma aan de voorwaarden te voldoen.

3. WELZIJNSREGELS

3.1. Minimumleeftijd teef

Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 22 maanden heeft bereikt.

3.2. Maximumleeftijd teef eerste nest

Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt.

3.3. Maximumleeftijd teef

Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden heeft bereikt.

3.4. Maximum aantal nesten

Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vierde nest is geboren.

3.5. Minimumperiode tussen twee nesten

Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van ten minste 12 maanden zit.

4. GEZONDHEIDS- EN SCREENINGSREGELS

4.1 Gezondheids- en screeningsonderzoeken

Beide ouderdieren dienen voorafgaand aan de dekking in het bezit te zijn van een geldige uitslag van de in het VFR verplichte gezondheids- en/of screeningsonderzoeken. De uitslagen van de geadviseerde en verplichte gezondheids- en screeningsonderzoeken moeten voldoen aan de artikel 4.4 opgenomen criteria.

4.2 Verplichte gezondheids- en screeningsonderzoeken

In het kader van de preventie van gezondheidsproblemen dienen beide ouderdieren voorafgaand aan de dekking onderzocht te zijn op: 

• Heupdysplasie (HD): 

• Oogaandoeningen (ECVO):

4.3 Geadviseerde gezondheids- en screeningsonderzoeken

Niet van toepassing.

4.4 Criteria waaraan de gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten voldoen 

De genoemde gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten voldoen aan de volgende criteria: Door de Raad van Beheer opgestelde en/of goedgekeurde geprotocolleerde onderzoeken moeten plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.

Binnen twee jaar voorafgaand aan de dekking dienen beide ouderdieren een onderzoek op erfelijke oogaandoeningen te hebben ondergaan. Ouderdieren die reeds drie maal een ECVO-oogonderzoek met goed gevolg hebben ondergaan en de leeftijd van zes jaar hebben bereikt, worden vrijgesteld van de verplichting opnieuw oogonderzoek te ondergaan.

4.5 Resultaten van gezondheids- en screeningsonderzoeken 

Honden mogen in de volgende combinaties worden ingezet: 

• Ouderdieren met HD A, en HD B kunnen worden ingezet. Een ouderdier met HD C mag alleen ingezet worden met een partner die HD A of HD B heeft. 

Honden met de volgende uitslagen mogen niet ingezet worden voor de fokkerij 

• Dieren met een mindere gradatie dan HD C mogen niet worden ingezet.

-ouderdieren die beide vrij zijn van erfelijke oogafwijkingen, zoals vermeld op het ECVO-formulier, mogen worden ingezet. Met een ouderdier dat een erfelijke oogafwijking heeft waaraan het ECVO-panel de beoordeling “optional” geeft, mag gefokt worden mits het andere ouderdier vrij is van erfelijke oogafwijkingen. Wij verwijzen naar hoofdstuk 8 van de ECVO-manual (www.ecvo.org) waar dit voor de onderzochte oogafwijkingen wordt vermeld.

4.6 Aandoeningen

Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.

• epilepsie

Met honden die lijden aan een ziekte of afwijking die volgens gangbare veterinaire normen als chronisch en/of erfelijk beschouwd wordt mag niet worden gefokt.

5. GEDRAGSREGELS

5.1. Karaktereisen:

Beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de FCI-rasstandaard zijn beschreven.

5.2. Verplichte gedragstest

Voor dit ras in een verplichte gedragstest niet van toepassing.

6. WERKGESCHIKTHEID

6.1 Voor dit ras zijn geen werkgeschiktheidseisen van toepassing.

7. EXTERIEURREGELS

Niet van toepassing.

8. REGELS WELZIJN PUPS

8.1 De fokker draagt zorg voor goede huisvesting, voeding en verzorging van moeder en pups.

8.2 De fokker draagt zorg voor deugdelijke bescherming van de pups tegen infectieuze aandoeningen volgens gangbare veterinaire inzichten, en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend EU-dierenpaspoort. De pups moeten voorzien zijn van een unieke ID-chip voordat zij het nest mogen verlaten. 

8.3 De fokker draagt zorg voor goede socialisatie van de pups. 

8.4 De pups mogen niet eerder van hun moeder gescheiden worden dan op de leeftijd van 7 weken en 0 dagen.

9. SANCTIEBELEID

Het sanctiebeleid van de vereniging is opgenomen in de statuten/het huishoudelijk reglement.

10. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

10.1 Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt. 

10.2 Gezondheids- en screeningsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen. 

10.3 In bijzondere gevallen kan het bestuur van de rasvereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.

11 INWERKINGTREDING

11.1     Na goedkeuring door het bestuur van de Raad van Beheer (Artikel 10 HR en Artikel VIII.5 + VIII.6 KR) treedt dit VFR in werking op een door de rasvereniging bepaalde dag nadat het op een voor de vereniging gebruikelijke wijze openbaar is gepubliceerd.

Aldus vastgesteld door de algemene vergadering van de VIJHN

op 13 april 2025